De innerlijke rust van Robert Martínez

Bondscoach over het familiegevoel thuis en in het voetbal

Wie hem tijdens een voetbalmatch van de Rode Duivels bezig ziet, vermoedt een explosief karakter in de Spaanse bondscoach Roberto Martínez (47). Hoe groot is het verschil met de innerlijke rust die hij daarbuiten uitstraalt. Martínez schrijft het toe aan zijn katholieke achtergrond. 

Tekst: Piet De Loof en Ruth Desmit – Foto’s: Emy Elleboog

‘Mijn geloof geeft me innerlijke rust, al van toen ik een kleine jongen was. Ik ging naar een school van de karmelieten en leerde er veel over de Bijbel. Je wordt door die verhalen als het ware geleid om op te groeien als een goed mens: anderen respecteren, in elk mens de kwaliteiten zien, zorg dragen voor een ander … Kerkelijke feestdagen en vieringen zoals doopsel en communies waren in Spanje ook echte familiegebeurtenissen: we kwamen samen met de familie en praatten bij. Geloof en familie zijn voor mij nauw met elkaar verbonden.’

Toch ging je al vroeg alleen wonen. Hoe moeilijk was dat?

‘Ik groeide op in Balaguer, een stadje in het noordoosten van Spanje. Op mijn 16de vertrok ik naar Zaragoza, tweehonderd kilometer verderop, waar ik ging voetballen. Ik kwam in een grote stad terecht, in een andere ploeg met andere nationaliteiten. Het was mijn eerste kennismaking met echte diversiteit. Maar ik heb mij altijd goed gevoeld met wie ik was en met mijn geloof. Ook later, toen ik in Engeland ging voetballen en coachen.’

Welke rituelen herinnert u zich uit uw kindertijd?

‘Als kind zeiden mijn zus en ik een gebedje voor het slapengaan. Het was onze manier om tot rust te komen. Dat was niet verplicht of zo, het was heel gewoon om dat te doen. Als een soort reality check op het eind van de dag.’

Is dat het nog altijd?

‘Ja, absoluut. Het is niet dat ik ‘s avonds een gebedje opzeg – en als je in het voetbal werkt is er op zondag nooit tijd om een mis bij te wonen – maar nog altijd probeer ik op het eind van de dag tot mezelf te komen. Even connecteren met jezelf tussen de hoogtes en laagtes in deze crazy world vol werk, targets en materialisme. Even tot rust komen, beseffen dat we het goed hebben, dankbaar zijn. Zulke momenten zijn ook gewoon nodig om gezond te blijven. Er wordt veel gesproken over geestelijke gezondheid: dat is wellicht de grootste uitdaging in de moderne tijd. We leven allemaal tegen 100 kilometer per uur en er is geen geduld meer. Wil je iets, dan koop je het.’

De Rode Duivels zijn een mooi voorbeeld van hoe mensen met een andere achtergrond en religie kunnen samenwerken

Waren de coronalockdowns dan eerder een verademing voor u?

‘Ik prijs me vooral gelukkig dat niemand van mijn familie besmet is geraakt. Het was een bijzondere tijd, een tijd vol uitdagingen voor de gezondheid, economie, mensen die hun job dreigden te verliezen, enz. Maar tegelijk is het een kans geweest om te ontdekken wat er echt belangrijk is in je leven en om dankbaar te zijn voor wat we hebben, om te appreciëren wat we als vanzelfsprekend beschouwen. Nu beseffen we dat vergaderen ook op afstand kan, dat je je niet altijd moet verplaatsen. Ik hoop dat we de lessen uit deze periode met ons meedragen.’

U heeft twee dochters – hoe geeft u die waarden door aan uw kinderen? 

‘Mijn ene dochter doet dit jaar haar eerste communie en we hopen dat onze tweede dochter – ze is 18 maanden – dit jaar kan worden gedoopt, door corona is dat uitgesteld. We willen zoals iedereen dat onze kinderen uitgroeien tot gelukkige volwassenen. We hechten belang aan waarden als respect, doorzettingsvermogen en weerbaarheid. Kinderen opvoeden is niet gemakkelijk, het is zelfs moeilijker dan de juiste spelers selecteren voor een voetbalmatch (lacht). Maar we genieten ervan hoor. Elke dag is anders. Ik ben heel blij dat ik met mijn vrouw op dezelfde golflengte zit en dat zij thuis de bakens uitzet. Zij is zich heel erg bewust van de waarden die we onze kinderen meegeven.’

Ook uw vrouw is gelovig, jullie trouwden zelfs in de kathedraal van Swansea.

‘Mijn vrouw is Schotse en stamt uit een katholieke familie. We hadden de toelating van de priester van Swansea om te trouwen in Saint Joseph’s Cathedral. Dat was heel bijzonder. Mensen kwamen overgevlogen uit Schotland en Spanje en we feestten drie dagen lang. Op dag 1 was er een voetbaltornooi en dansles voor de vrouwen. Op dag 2 maakte iedereen kennis met familieleden die ze nog nooit hadden gezien. En op dag 3 was er de eigenlijke huwelijksceremonie. Het waren heerlijke dagen.’

Ook als coach probeert u een soort ‘familiegevoel’ te creëren, mogen we dat zo zeggen?

‘Absoluut. Als je niet om elkaar geeft, dan is het moeilijk om samen iets te bereiken. Een voetballer presteert en functioneert beter als hij weet dat je om hem geeft. Of het nu in een sportteam of een bedrijf is: als alles goed gaat, is het gemakkelijk om samen te werken. Het is maar als het minder goed gaat dat de groep wordt getest op haar samenhang – méér dan alleen op haar kwaliteiten.’

Klinkt goed, maar hoe bereikt u dat?

‘Ik probeer een omgeving te creëren die voor iedereen inspirerend is. Daar heb je een duidelijke structuur voor nodig: wie doet wat, waar begint en eindigt iemands verantwoordelijkheid? Maar binnen die structuur moet je mensen vertrouwen geven en geloven dat ze de juiste keuzes zullen maken. Of oplossingen zullen zoeken als ze een fout maken. Zo maak je hen sterker. De clue is om dingen beter te doen telkens als je elkaar ontmoet: hoe je communiceert, hoe je analyseert, hoe je traint.’

Als coach moet u één geheel maken van verschillende persoonlijkheden, culturen en ook religies. Hoe gaat dat?

‘Daar ondervind ik geen problemen mee. Er is pas een probleem als er geen respect is, als iemand zijn zienswijze of manier van leven wil opleggen aan iemand anders. Dat is het moment waarop ik zal ingrijpen, dat is ook mijn taak als coach. Ik vind de Rode Duivels trouwens een mooi voorbeeld van hoe spelers met verschillende achtergronden en religies samenwerken.’

Ruth en Piet interviewden de bondscoach in het trainingscentrum van de Rode Duivels in Tubeke.

Het valt op hoe vaak spelers christelijke rituelen hebben: ze maken een kruisje als ze het veld betreden, ze wijzen naar de hemel als ze scoren, onder meer Romelu Lukaku bidt openlijk op het veld.

‘Wanneer je op een voetbalterrein staat voor 80.000 toeschouwers en misschien nog miljoenen mensen thuis voor televisie, dan moet je je afsluiten voor alles wat je kan afleiden. De ene speler doet dat met routines, de ander heeft nood aan statistieken, nog een ander valt terug op zijn geloof. Dat merk je ook op andere momenten: de dankbaarheid die een speler toont als hij na een zware blessure terug is en scoort. Toen ik bij Real Zaragoza speelde en we wonnen een titel of een beker, gingen we die tonen aan Maria in El Pilar, de kathedraal in Zaragoza.’

‘Voetbal is een school van het leven’, zegt de paus, zelf een groot voetballiefhebber. 

‘Absoluut. Voetbal verenigt veel uitdagingen die je in het gewone leven ook tegenkomt: samenwerken, elkaar respecteren, omgaan met diversiteit, winnen en verliezen. Op een voetbalveld zie je alle emoties van het leven onder een vergrootglas.’ ■

Bestel het magazine

Dit artikel werd gepubliceerd in OH GOD! nr. 2. Wij zorgden voor de coördinatie, een deel van de redactie en het grafisch ontwerp.

Bestel jouw exemplaar

Rosalien

Ontwerpt, tuiniert, bakt, naait, reist en probeert duurzaam te leven. Vrouw van Piet en mama van Helder.

Vorige
Vorige

De camino van mijn leven

Volgende
Volgende

‘We moeten de klanten omarmen. En zij ons’