Brief aan mijn eerste baas

Beste Jos,

lang geleden, ja. Voorjaar 1994, de West-Vlaamse redactie van Het Volk’t Folkske voor de vrienden,’t Leugeneirke voor weer anderen. Het internet bestond nog niet, al waren onze bonkige computers toch op magische wijze verbonden. Je kon ook berichtjes sturen naar collega’s, chatten nog voor dat woord bestond. Er werd veel gechat, Jos. Over mij, mijn toen roekeloze ambitie en brutale bek. Over jou, telkens als je de deur van je kantoor achter je dichttrok om te vergaderen. Toen die deur weer openging, leek er iets te zijn veranderd, al wisten we niet wat.

Kom je eens? Met zo’n berichtje begon mijn carrière in de journalistiek. Je stuurde me naar een Kortrijkse zwemster die een reportage verdiende. Ik vond haar telefoonnummer in de Witte Gids en belde haar op met het hoorbare ongemak dat zwemmen in mij oproept. Ze gaf liever geen interviews, zei ze, en ik kon mijn geluk niet op. Een kwartier later belde de zwemster terug. Ze had zich bedacht.

Zelf liet je je ook niet onbetuigd, Jos. Je verraste ons soms door zélf een stukje te schrijven, zoals over een pastoor die met een geweer en Franse krachttermen een overvaller had verjaagd. Dat stukje belandde – o zoete triomf – op de nationale voorpagina. Met die stunt bewees je dat je wist wat nieuws was. Je had er zelfs een formule voor, die je zo nu en dan ongevraagd debiteerde als een levenswijsheid. Je stem werd dan wat hees, je ogen fixeerden een onbestemd punt in de verte als bij een musicalacteur die in zingen gaat uitbarsten en je zei: ‘Nieuws, dat is alles wat je doet opkijken. Als je op de trein tegen je gebuur zegt: moh, wat ik hier nu lees! Dàn heb je nieuws.’ Ik ben jouw toverformule nooit vergeten en dat komt, beste Jos, omdat ze zo juist is. Je had soms ook gelijk.

En nu, Jos? Heb je dit magazine in je handen en kijk je op? Zeg je tegen je vrouw: moh, wat ik hier nu lees! En waar ze zijn, die jaren 90. En waar wij toen waren, twee hoog in een appartementsgebouw in de Budastraat in de geur van printers, tapijten, oude kranten, warme beeldschermen en de hete thee van Charline. Soms mis ik ze een beetje.

Jij ook?

Melancholische groeten, Piet

KOP magazine

Deze column in verschenen in ons eigen magazine KOP. Wil je graag een exemplaar? Stuur een mailtje naar info@revista-media.be

Rosalien

Ontwerpt, tuiniert, bakt, naait, reist en probeert duurzaam te leven. Vrouw van Piet en mama van Helder.

Vorige
Vorige

Zeven redenen waarom print leeft

Volgende
Volgende

Welk thuiswerktype ben jij?